• 200 g. bloem
• 50 g. griesmeel
• 200 g. koude ongezouten boter in blokjes
• 20 g. extra boter
• 50 g. fijne kristalsuiker
• ± 400 g. stevige rode geschilde appel, in dunne partjes gesneden

200 g. chocolade

Ingrediënten voor de karamel:

• Verwarm de suiker voor de karamel met het water in een steelpan op laag vuur en roer tot de suiker opgelost is.
• Laat de suikersiroop onder af en toe schudden op een matig vuur karamelliseren tot ze goudbruin is.
• Let goed op dat de karamel niet verbrand.
• Schenk voorzichtig de room erbij en roer en verwarm tot de saus glad is.
• Pas bij het toevoegen op voor spatten want deze zijn heel heet.
• Verwarm de oven voor op 180°C.
• Bekleed een vierkante bakvorm van 20 cm. royaal met bakpapier, zodat het over de rand van de vorm hangt.
• Zo kan de koek straks gemakkelijk uit de vorm gehaald worden.
• Meng de bloem en griesmeel kort in een keukenmachine.
• Voeg de koude boterblokjes toe en meng ze met behulp van de pulserende knop er doorheen.
• Meng zo de suiker erdoor.
• Kneed het met je handen tot een samenhangend deeg en druk het tegen de bodem van de bakvorm tot in de hoeken.
• Rol het glad, prik met een vork gaatjes in het deeg en bak de koek 5 minuten.
• Schakel dan de oventemperatuur terug naar 150°C en bak de koek nog 40 minuten of totdat ze lichtbruin gekleurd is.
• Laat afkoelen in de bakvorm.
• Smelt de extra boter in een koekenpan op een matig vuur.
• Bak de appelpartjes hierin 4-5 minuten onder af en toe omscheppen tot ze goudbruin en gaar zijn, maar niet stuk gekookt.
• Laat ze enigszins afkoelen.
• Smelt de chocolade au bain marie en roer de chocolade glad.
• Schik de appelpartjes op de koek en schenk de dikke karamelsaus er over.
• Schenk dan de gesmolten chocolade uit over de karamel en strijk glad met een spatel.
• Laat het geheel afkoelen tot kamertemperatuur.
• Ze de koek vervolgens 2 uur in de koelkast.
• Neem de koek met behulp van het bakpapier uit de bakvorm en snijd in 12 plakken.
• Serveer met een bolletje ijs.